Publishing, March 2021

Boekbespreking

The Lion of Azania, A Biography door Ali Hlongwane

Zeph Mothopeng (1913-1990), PAC-leider

Hlongwane beschrijft het onvoorstelbare leven van PAC1 leider Zephania Lekoame Mothopeng ofwel Uncle Zeph. Een leven lang streed hij tegen het koloniale Apartheidsregiem. Dat betekende gevangenisstraffen zoals tweemaal Robben Eiland, het doorstaan van eenzame opsluitingen en ongekende martelingen. Zijn vriend, de schrijver Es’kia Mphahlele: ‘I know of no activist in this country whose body has been savaged for so long a period as was yours.’

De leidende westerse Anti-Apartheidsbewegingen zwegen over Zeph Mothopeng en onthielden hem en zijn beweging steun2. Deze goed gedocumenteerde politieke biografie laat zien hoe onterecht en hardvochtig dat zwijgen is geweest.

Dr. Ali Khangela Hlongwane is researcher bij de History Research Group van de Witwatersrand Universiteit in Johannesburg.

Brief van een dochter

Het boek begint met een aangrijpende brief van dochter Sheila Masote3 aan haar overleden vader. Daarin beschrijft zij de impact van de verzetsactiviteiten van Mothopeng op zijn gezin. Ze schrijft hoe ze aanvankelijk opgroeide in een rijke sociale en culturele omgeving, hoe dat veranderde toen haar vader vaker in de gevangenis verbleef en uiteindelijk het grootste deel van zijn leven van zijn gezin was afgesneden. ‘I have been angry with you for far too long now, Papa. I have had too ‘whys/’, ‘hows’? and how dare yours/ and the ultimate: choosing Sechaba (nation) over us, your family and over ME!’ Ze verhaalt over haar boosheid hoe zij en haar moeder, Urbania (Bebe) Mothopeng4, als vrouwen uit veiligheidsoverwegingen werden buitengesloten van zijn politieke activiteiten en haar broers niet. Tot haar moeder eiste dat ze erbij betrokken zouden worden. ‘I felt betrayed by you Papa, and by the perceived unexpected male chauvinism from you, my ever liberal dad.’

Onder de Terrorisme Wet zat Sheila zelf enige tijd in eenzame opsluiting waar ze een miskraam kreeg. Volwassen en mede door haar gevangeniservaring begreep zij later de rol van haar ouders en het PAC in de bevrijdingsstrijd. ‘Pride swelled in me, tempering the pain and self-pity. I came to understand you, your fight, resilience and dedication to the liberation of Africa and its people.’

Vroege jaren, Land Act

Het geboortejaar van Zeph Mothopeng viel samen met de afkondiging in 1913 van de Land Act. De Land Act was in 1910 voorafgegaan door de vorming van de Unie van Zuid-Afrika waarmee de politieke en economische macht van de witte minderheid werd bekrachtigd. Met de Land Act begon de opmaat naar een traumatische hervestigingspolitiek en verdere onteigening van het land van de Afrikaanse meerderheid. Zo werd de in 1652 door Jan van Riebeeck begonnen landroof voortgezet en bestendigd. Het tekende het leven, lijf en leden van Zeph Mothopeng. Onvermoeibaar zou hij strijden voor de teruggave van het geroofde land, de bevrijding van Azania (Zuid-Afrika) en Afrika.

Zeph groeide op met vijf broers en zusters. Vader was politieagent en moeder verkocht als bijverdienste aardewerken potten. Zeph was hun jongste kind. Hij deed huishoudelijke klussen en kon pas op zijn elfde naar school. Van dichtbij zag hij hoe zijn ouders verarmden.

Op de middelbare school ontwikkelde hij zich tot een fel debater tegen onrecht ‘predicting doom to South African white rule and British imperialism.

De latere ANC-leider  Oliver Tambo, de schrijver Es’kia Mphalele en de latere PAC-leider Peter Raboroko waren zijn schoolgenoten.

In 1943 werd Mothopeng actief lid van het ANC en een jaar later van de toen opgerichte ANC Jeugdliga. Het Actieprogramma van de Jeugdliga werd later door het ANC overgenomen. Met een radicalere politiek van verzet met onder andere burgerlijke ongehoorzaamheidsacties, demonstraties en stakingen ging men de strijd aan met het Apartheidsregiem.

Mothopeng werd een geliefd leraar (wis- en natuurkunde), koordirigent, componeerde en hield van ballroomdancing. Dat alles belemmerde zijn strijdbare verzet niet. Hij trouwde met Urbania. Samen kregen ze 4 kinderen. Urbania was actief als musicus, dirigent, lerares, maatschappelijk werkster en adviseerde over geboorteplanning. Van de 50 jaar dat ze getrouwd waren konden ze door gevangenschap en ‘banning orders’ maar 17 jaar samen zijn.

Verzet tegen ‘Bantoe’ onderwijs en ontslag

In 1951 werd Mothopeng gekozen tot president van TATA  (Transvaal African Teachers’ Association). Onder zijn leiding organiseerde TATA acties tegen het zogenaamde Bantoe onderwijs dat het Apartheidsregiem wilde invoeren. Men reisde het hele land door om leraren en ouders te overtuigen van de gevaren van het nieuwe onderwijssysteem voor het Afrikaanse kind. Het Bantoe onderwijs richtte zich op het voorbereiden van de kinderen op ongeschoolde en ondergeschikte banen, geschikt voor hun ‘ras’. Zij waren immers ondergeschikt aan de witte bevolking. Hendrik Verwoerd5 leidde het departement  voor Native Affairs dat in 1953 de Bantu Education Act invoerde. Hij verkondigde dat Bantoekinderen geen wiskunde hoefde te leren want voor hen zouden er geen banen beschikbaar zijn en gelijke rechten zouden ze nooit krijgen. De financiering van deze scholen moest via belastinggeld van de Afrikaanse gemeenschappen worden opgebracht. In de praktijk was dat een fractie van wat de witte scholen te besteden

hadden. Het effect van deze politiek is dat heden ten dage zwarte mensen nog steeds een onderwijsachterstand hebben in te halen.

In 1952 organiseerde Mothopeng mede een boycot van de Jan van Riebeeck vieringen. Men vierde dat 300 jaar geleden Jan van Riebeeck voet aan wal zette in Zuid-Afrika. Een feit dat ook in Nederland schaamteloos groots gevierd werd.

Zijn radicale stellingname en daaruit volgende politieke activiteiten kostte hem zijn baan. Hij mocht geen les meer geven in Zuid-Afrika. Voor zijn werk als leraar week Mothopeng uit naar Basutoland (Lesotho), toen nog een Brits protectoraat. En ook daar moest hij vertrekken wegens zijn politieke activisme. Terug in Zuid-Afrika werkte hij in die tijd onder meer als magazijnmedewerker en als klerk voor een advocatenbureau.

Afrikanisten, Freedom Charter, PAC

Mothopeng behoorde samen met onder andere Robert Sobukwe, A.P. Mda en Anton Lembede tot de Afrikanisten, een radicale groep binnen het ANC die het Actieprogramma6 compromisloos wilde uitvoeren. Uit onvrede over de gematigde ANC koers, onderstreept met de aanname van het Freedom Charter en de matigende rol van witte communisten, stond Mothopeng samen met hen aan de wieg van het PAC dat in 1959 werd opgericht.

In 1955 nam het ANC het Freedom Charter aan met het South African Indian Congress (SAIC), het Congress of Democrats (COD) en de South African Coloured People’s Organization(SACPO). De laatstgenoemde organisaties kregen in deze Congres Alliantie evenveel vertegenwoordiging als het ANC dat een veel grotere achterban vertegenwoordigde. De Afrikanisten verzetten zich tegen deze ondemocratische gang van zaken. Ook de inhoud van het Freedom Charter verwierpen zij. In het Charter staat dat Zuid-Afrika behoort aan allen die er wonen: witte en zwarten mensen. De Afrikanisten vonden het naïef om te denken dat de onderdrukte Afrikanen gelijk waren aan hun Europese ‘overlords’. Voor Zeph Mothopeng bestond de bevolking in Zuid-Afrika uit de onderdrukkers en de onderdrukten en in deze situatie kon er geen sprake zijn van samenwerking met de onderdrukkers.

Het Congress of Democrats bestond vooral uit witte communisten afkomstig van de door het Apartheidsregiem verboden Communistische Partij (SACP/CPSA) van Zuid-Afrika. De Afrikanisten bekritiseerden de Partij omdat ze weigerde in te zien dat er in Zuid-Afrika sprake was van een koloniale situatie en antikoloniale nationale bevrijdingsstrijd. In 1922 steunde deze Partij een staking van witte mijnwerkers waarin zij opriep tot eenheid van witte arbeiders voor een wit

Zuid-Afrika. De kritiek op de SACP van de Afrikanisten en later het PAC had niets te maken met anticommunisme en antisocialisme. Volgens Hlongwane is er in geen van de PAC documenten anticommunisme of antisocialisme te vinden. Mothopeng zag de SACP als zogenaamd communistisch, een partij die zich verschuilde achter het ANC, hun politiek beïnvloedde en zelf amper mensen wist te organiseren.

Beschuldigingen van anticommunisme en racisme dienden als argumenten van veel westerse Anti-Apartheidsbewegingen om het PAC alle steun te onthouden en zelfs tegen te werken7. In 1989 sprak Mothopeng in London op een grote door o.a. het PAC en de City of London Anti-Apartheid Group georganiseerde bijeenkomst. De zaal was afgeladen8.

De Britse Anti-Apartheidsbeweging kwam niet. Hlongwane citeert Carol Brickley van de City of London Anti-Apartheid groep die opsomde wat ze gemist hadden als ze wel waren gekomen: ‘Had they done so they would have destroyed at least three of their myths about the struggle in SA: (1) that the PAC is a racist organization, (2) that it is anti-communist and (3) that the Soweto uprisings were a spontaneous outburst of anger which was politically unled.’

Mothopeng stond voor een non-raciale socialistische regering: ‘Which will deal with the paramountcy of the economic interests of each individual… I do not want to go into detail, because economics is a living science in a practical world.’ Hij weigerde zich te laten meeslepen in retoriek en dogma’s over hoe dat socialisme eruit zou moeten zien. ‘Socialism is a broad subject….. Socialism depends ultimately on the peculiar circumstances of those who wish to implement those broad principles.’

In 1960 werd Mothopeng veroordeeld onder the Suppression of Communism Act voor zijn rol in de PAC campagne tegen de Passenwetten9.

Service, Suffer, Sacrifice

In de gedragscode van het PAC staat Service, Suffer, Sacrifice centraal. Mothopeng maakte dit motto moeiteloos concreet maar betaalde een hoge prijs. De oorsprong van dit motto ligt volgens Hlongwane in West Afrika. Daar leidde Kwame Nkrumah in de jaren ‘40 The Circle, een centrum voor revolutionairen uit heel Afrika.

Na de campagne tegen de Passenwetten werd het PAC in 1960  tot een verboden organisatie verklaard en ging ondergronds. Hlongwane beschrijft in zijn boek de omvang en activiteiten van het ondergrondse netwerk van het PAC. In 1963 leidde de arrestatie van Mothopeng tot zijn eerste straf op Robben Eiland. Mothopeng werd opgepakt met vele andere PAC leden in het hele land. Ze werden verdacht van  gewapende verzetsacties georganiseerd door POQO/PAC10. Zijn zoon Loxley, ook actief in POQO, kon op tijd het land ontvluchten.

Tijdens zijn voorarrest in 1963 zat Mothopeng in eenzame opsluiting en onderging martelingen met elektrische schokken, stokslagen en een canvaszak die over zijn hoofd zover werd aangetrokken tot hij bijna stikte. Een voormalige medegevangene vertelde hoe hij Mothopeng in een dwangbuis op de binnenplaats schreeuwend heen en weer zag rollen.

De omstandigheden op Robben Eiland waren barbaars toen Mothopeng in 1964 voor de eerste keer daar arriveerde. Zo werden gevangenen begraven met alleen hun hoofd nog boven de grond. Witte cipiers dwongen hen dan hun mond te openen en pisten erin. Hlongwane beschrijft uitgebreid de situatie op het Eiland, de politieke gevangenen van de verschillende bevrijdingsbewegingen en hun activiteiten.

Mothopeng organiseerde er politieke en academische scholingen. Samen met Andrew Masondo van het ANC nam hij het initiatief om ook geïmproviseerde lessen in schrijven en lezen op te zetten. Lesmateriaal ontbrak uiteraard.

Mothopeng zat de eerste keer 3 jaar op Robben Eiland en kreeg daarna een ‘banning order’11. Op zo’n 350 kilometer afstand van zijn gezin werd hij ondergebracht in een hut van golfplaat: ‘It was cramped, uncomfortable and barely big enough to accommodate the basic bedding he could organize. He was not provided with cooking utensils and was left with the message that he should look for some form of employment to help him make a living.’ Hij mocht geen vergaderingen of sociale bijeenkomsten bijwonen of toespreken. De toegang tot fabrieken en onderwijsinstellingen was hem ook verboden.

Black Consciousness Movement

Opnieuw Robben Eiland

In de jaren ’70 onderhield Mothopeng nauwe contacten met organisaties van de Black Consciousness Movement (BCM). Hij sprak op een aantal van hun bijeenkomsten. In 1974 was hij één van de sprekers op een door de BPC (Black People’s Convention) georganiseerd symposium in Durban. Op dat symposium werd het idee geopperd om de Frelimo Rallies te organiseren uit solidariteit met de bevrijdingsstrijd in Mozambique. In 1975 sprak hij op het congres van de BPC. Hij veroordeelde daar de collaborerende Urban Bantu Councils, de South African Indian Council en de Coloured Representative Council: ‘they are (all) a waste of time. We will never have anything to do with them’.

In 1979 werd hij opnieuw tot Robben Eiland veroordeeld. Mothopeng was hoofdverdachte in het langdurige (1977-1979) en grotendeels geheime Bethalproces12 waar hij met 17 medeverdachten werd beschuldigd van het organiseren van de Soweto opstand in 1976. Vier medeverdachten overleden door marteling tijdens hun voorarrest.

Het Apartheidsregiem noemde Mothopeng een ‘corrupter of youth’. De rechter veroordeelde Mothopeng, inmiddels 68 jaar, voor de tweede keer tot gevangenisstraf op Robben Eiland. In eerdere processen mochten veroordeelde politieke leiders zoals Sobukwe (PAC), Mandela (ANC) en Toivo ya Toivo (SWAPO) een verdedigingsstatement maken. Zeph Mothopeng werd dat niet toegestaan. Het lukte hem zijn handgeschreven verdediging naar buiten te smokkelen. Hij besloot zijn statement met: ‘We approach prison with full certainty that freedom is at hand.’ Hij kreeg tweemaal 15 jaar gevangenisstraf op Robben Eiland opgelegd.

Tijdens zijn voorarrest in 1976 onderging hij opnieuw gruwelijk martelingen. Een citaat uit het rapport van de TRC (Truth and Reconciliation Commission):

The Commission heard that PAC member Zephaniah Lekoane Mothopeng suffered torture at the hands of unknown security policemen while in the Pietermaritzburg prison for his involvement in the 1976 Soweto uprising. During his torture, a policeman placed a sharp knife on his head and gently beat the knife down with the palm of his hand. He was also forced to lie on ice, and was placed in a sack and spun around in the air. With his hands and feet shackled to a stick, Mothopeng was suspended from the ceiling and spun around. This became known as the ‘helicopter technique’.’

Op Robben Eiland werd Mothopeng ernstig ziek. Het regiem wilde hem eerder vrijlaten maar eiste dat hij de gewapende strijd zou afzweren. Hij weigerde. Ondertussen voerden de jongerenorganisatie AZANYU (Azanian Youth Unity), de vrouwenorganisatie AWO (African Women’s Organisation) en de vakbond NACTU (National Council of Trade Unions) in het land een campagne voor zijn onvoorwaardelijke vrijlating. Eind 1988 kwam hij op humanitaire gronden vrij. Bijeenkomsten georganiseerd door het ontvangstcomité waar Mothopeng zou spreken werden echter verboden.

Einde Apartheid

Het land nog niet herwonnen

Ondertussen was de val van het Oostblok op handen en liep de Koude Oorlog ten einde. De perestrojka politiek van de Sovjet Unie gericht op ontwapening had ook gevolgen voor het zwaar op de Sovjet Unie leunende ANC en haar gewapende strijd. Het luidde het begin in van onderhandelingen met het Apartheidsregiem. Mothopeng, sinds 1986 president van het PAC, geloofde er niet in. Hij zei: The changed climate of rapprochement can easily fool you into believing that the struggle is now expected and possible to be resolved through rapprochement’. Hij benadrukte dat het PAC sinds de oprichting in 1959 altijd vertrouwde op de eigen kracht van de onderdrukte en onteigende massa’s. De gewapende strijd zou niet worden opgeschort totdat men de positie had bereikt dat de vijand niet anders meer kon dan onderhandelen en waarin de teruggave van het land en verkiezingen op basis van one man, one vote centraal zouden staan. De OAE (Organisatie van Afrikaanse Eenheid) nam in 1989 de Harare verklaring aan die tot onderhandelingen met het Apartheidsregiem leidde zonder eisen te stellen over de teruggave van het land. Uiteindelijk besloot het PAC mee te gaan in de onderhandelingen voor een grondwetgevende vergadering op basis van one man, one vote.

Na zijn vrijlating reisde Mothopeng voor medische behandeling naar Europa en de Verenigde Staten. In eerste instantie was hem een paspoort geweigerd. Later kreeg hij het alsnog. Ondanks zijn ziekte sprak hij namens het PAC onder andere op bijeenkomsten van de VN, de Black Caucus in het Amerikaanse Congres in Washington en op de eerder genoemde grote openbare bijeenkomst in Londen.

De dood van Mothopeng in 1990 viel samen met de officiële afschaffing van de Apartheid maar het  geroofde land waar hij zijn hele leven voor had gestreden was nog niet herwonnen. Walter Sisulu (ANC-veteraan), kameraad in de Jeugdliga en medegevangene op Robben Eiland zei: ‘The oppressed are poorer after Mothopeng’s death.’

Dr. Ali Hlongwane

Ali Hlongwane schreef een noodzakelijk en ontroerend boek over het leven van Zeph Mothopeng, een belangrijke principiële leider in het verzet tegen het Apartheidsregiem. Een mens die zijn warme menselijkheid behield en met leeuwenmoed het bijna onmogelijke doorstond.

AK Hlongwane: The Lion of Azania – A Biography, Skotaville March 2021. mahtpublishing@gmail.com

____________________________________________________________

© Marjan Boelsma, 18 januari 2022. Reproduction of articles or parts of articles is authorized, provided the source is acknowledged and that passages and quotations are not placed in a different context 

Noten

[1] Pan Afrikanistisch Congres

[2] https://tegenhetvergeten.nl/2018/05/13/apartheid-anti-racisme-dekolonisatie15-april-2018/

https://tegenhetvergeten.nl/2019/08/25/soweto-opstand-1976-eenzijdige-internationale-solidariteit/

[3]Sheila trouwde met Michael Masote die het eerste zwarte orkest Soweto Symphony Orchestra oprichtte, daarna het Soweto String Quartet en het Mmabatho Youth Orchestra ACOSA.   https://www.pressreader.com/south-africa/the-mercury-south-africa/20110125/281956014243867

[4] https://tegenhetvergeten.nl/2021/10/30/vrouwen-in-de-bevrijdingsstrijd-van-azania-zuid-afrika/

[5] Hendrik Verwoerd was van 1958 tot 1966 premier van Zuid-Afrika

[6] Door de Jeugdliga van het ANC opgesteld en in 1949 door het ANC aangenomen

[7] https://tegenhetvergeten.nl/2018/05/13/apartheid-anti-racisme-dekolonisatie15-april-2018/

https://tegenhetvergeten.nl/2019/08/25/soweto-opstand-1976-eenzijdige-internationale-solidariteit/

[8] https://www.youtube.com/watch?v=BUcQRP2U7Sk Highlights of the rally held on 6 July 1989 in London honoring the President of the Pan Africanist Congress of Azania (PAC), after his release from prison in November 1988. https://www.youtube.com/watch?v=39k3563EBy4 Cineclub Vrijheidsfilms interviewed the PAC President in London 1988. This video contains some of the highlights of that interview

[9] https://tegenhetvergeten.nl/2018/05/03/sharpeville/

[10] POQO, later APLA (Azanian People’s Liberation Army), was de gewapende vleugel van het PAC

[11] Een ‘banning order’ hield onder meer in dat je bewegingsvrijheid en je vrijheid van meningsuiting strikt werden beperkt, je geen bijeenkomsten mocht bijwonen, je maar een beperkt aantal mensen mocht ontvangen en alleen mocht wonen op een door het regiem aangewezen plek, meestal ver van je gezin

[12]  Meer over het Bethalproces: https://tegenhetvergeten.nl/2019/08/25/soweto-opstand-1976-eenzijdige-internationale-solidariteit/