Apartheid, anti-racisme, dekolonisatie

Lezing Kunsthal KAdE, Amersfoort, 15 april 2018

Achtergrond en gevolgen van vooringenomen witte solidariteit

Filmfragment (Cineclub) demonstratie voor Shellboycot in 1986 te Rotterdam. Met zanger James Madhlope Phillips (1919-1987) van het ANC.

In dit fragment komen de onderwerpen samen waarover ik het met u ga hebben: racisme in eigen land, de anti-apartheidsbewegingen en hun kijk op de bevrijdingsstrijd van Zuid-Afrika/Azania en de gevolgen daarvan. De rode draad in mijn verhaal is wit.

De balk in eigen oog

Demonstratie tegen Shell in Afrika

In de demonstratie liep ook het actiecomité van voornamelijk Kaapverdische zeelieden die zich verzetten tegen hun gedwongen ontslag. In 1983 werden door rederij Nedloyd 220 Spaanse, Portugese en Kaapverdische zeelieden op onredelijke gronden ontslagen. Dat gebeurde in eensgezinde samenwerking tussen de reder, de Nederlandse Staat en de zeeliedenbond van de FNV om zo de banen van Nederlanders zeelieden veilig te stellen.. Hoeveel mensen in de demonstratie zouden zich bewust zijn geweest van dit racisme in eigen land? Een progressief land dat tegen Apartheid was kon zelf immers niet racistisch zijn……

Witte mijnwerkers tegen het aannemen van zwarte geschoolde arbeiders. Zuid-Afrika 1979

Voor de zwarte politieke vluchtelingen hier was er niets nieuws onder de zon. In 1922 steunde de toen door witte mensen gedomineerde SACP een staking van witte mijnwerkers onder de leus ‘Workers of the world, unite and fight for a white South Africa!’. En dat was niet de eerste en laatste keer.

De observaties en ervaringen in Nederland van zwarte Zuid-Afrikaanse ballingen verstoorde de paternalistische zelfgenoegzaamheid van de Nederlandse Anti-Apartheidsorganisaties. Dat werd ze niet in dank afgenomen. Daarover later meer.

Verschillende opvattingen

Iedereen was voor de olieboycot: alle Anti-Apartheidsorganisaties, linkse partijen, vakbonden etc. verenigd in hun eis voor een olieboycot. Maar groot was het verschil in opvattingen over en steun aan de bevrijdingsbewegingen in Zuid-Afrika/Azania.

Apartheid

Engels en Nederlands kolonialisme zijn direct verantwoordelijk voor de erfenis waarmee Zuid-Afrika/Azania zit opgescheept. Apartheid begon al met de Engelsen. Rhodes: ‘we are to be lords over them.’ Apartheidspresident Verwoerd (Nederlandse afkomst) is duidelijk: we willen Zuid-Afrika wit houden en dat betekent witte overheersing. De Nederlandse theoloog en politicus Kuyper inspireerde de Apartheidspolitiek met zijn opvattingen dat groepen gescheiden moesten leven. De ideeën van Verwoerd en Kuyper laten ook nu nog sporen na in Nederland. Denk aan de pijnlijke discussies over ras die vandaag gevoerd worden.

Sommige historici zeggen dat de ideeën van Kuyper de kern van Apartheid vormden. De getoonde tekst van Kuyper is te zien in het Apartheidsmuseum in Johannesburg. Witte mensen in Zuid-Afrika noemden zich Europeanen omdat Europa in hun ogen beschaafd was.

Azania Komitee

Samen met andere vrijwilligers startte ik in 1974 het Azania Komitee. Wij stelden ons tot doel de bevrijdingsbewegingen in Zuid-Afrika/Azania te steunen in hun strijd tegen het koloniale Apartheidsregime. Dat ging verder dan Anti-Apartheid. De naam Azania was en is voor veel mensen en bewegingen in Zuid-Afrika de bevrijdingsnaam voor Zuid-Afrika. De naam Azania was taboe bij de gevestigde Anti-Apartheidsorganisaties.

Aan de vooravond van de onderhandelingen begin jaren negentig verklaarde het regiem dat over een nieuwe naam niet te onderhandelen viel. Een minister zei dat vele zwarte mensen Zuid-Afrika Azania willen noemen. Hij doelde op ‘het extreme Pan Afrikanistische Congres.’ Hij zei erbij dat de naam klinkt als een waarschuwing voor een breuk in de geschiedenis. En zei: ‘In onze gedachten is een complete breuk met het verleden ondenkbaar.’ En zie vandaag hoe dat gelukt is.

Waarom Azania Komitee

We waren geïnspireerd door onder andere Amilcar Cabral, leider van PAIGC in Guinee Bissau, die sprak: ‘verberg niets voor de massa van het volk. Vertel geen leugens. Ontmasker leugens en verkondig geen gemakkelijke overwinningen.’ We bestudeerden boeken van Kwame Nkrumah zoals ‘The Challenge of the Congo, a case study of foreign pressures in an independent state’ en ‘Neo colonialism, the last stage of imperialism’. Dit laatste boek gaat in op economische onderwerping gekoppeld aan formele politieke onafhankelijkheid. Wat we ook hebben zien gebeuren in Zuid-Afrika. We lazen over Panafrikanisme en Walter Rodney’s ‘How Europe underdeveloped Africa’. We kregen langzaam door hoe de vork in de steel zat…

De oprichting van het Azania Komitee vond zijn oorsprong in het feit dat er in Nederland door Anti-Apartheidsbewegingen AABN (Anti-Apartheidsbeweging Nederland), BOA (Boycot Outspan Actie) en KZA (Komitee Zuidelijk Afrika) uitsluitend steun en informatie werd gegeven over en aan het ANC (African National Congress). Andere verzetsorganisaties met hun acties en politieke gevangenen werden nauwelijks genoemd, of gebagatelliseerd en onjuist weergegeven. Zoals bijvoorbeeld Mangaliso Sobukwe, leider van het PAC (Pan Afrikanistische Congres), waarvoor een speciale wet in het leven was geroepen om hem levenslang monddood te maken. Of Jafta Masemola, de langstzittende Robbeneiland gevangene of de circa 100 politieke gevangenen van het PAC die begin jaren zestig zijn opgehangen. Panafrikanisme en Zwart Bewustzijn werden weggezet als anti-wit, eng nationalistisch en anti-links. De initiatiefnemers van het Azania Komitee wilden die onrechtvaardige situatie rechtzetten. Men vond het getuigen van een neokoloniale houding om in het Westen te bepalen wie de ‘beste’ beweging was. Of zoals een vluchteling zei: ‘het is geen politieke schoonheidswedstrijd.’
De strijd en opofferingen van de zwarte Zuid-Afrikanen/Azanianen moesten centraal staan. Zij waren beslissend. Solidariteitsbewegingen konden bestaan door de strijd en de pijn daar en moesten dat verbinden met racisme, koloniaal verleden en neokoloniaal heden hier.

De door witte mensen gedomineerde Anti-Apartheidsbewegingen beschuldigden Steve Biko, leider van de Zwarte Bewustzijnsbeweging, in eerste instantie van omgekeerd racisme en het dienen van het westerse imperialisme. Na zijn dood claimden ze hem voor het ANC. Tegelijkertijd staken ze geen energie in het bestrijden van racisme in eigen land en legden ze geen verbinding tussen Apartheid Zuid-Afrika en de wrede Nederlandse koloniale geschiedenis. Ze kozen voor gematigdheid en dat betekende geen platform, geen steun voor de radicale bevrijdingsbewegingen zoals PAC en BCM (Black Consciousness Movement). Het ANC werd als een verstandig alternatief geprojecteerd. De teruggave van het geroofde land, dekolonisatie verdwenen in de illusie van Anti-Apartheid.

Een gruwelijke confrontatie

Het Jan van Riebeeckhuis in Culemborg

De gevluchte Zuid-Afrikanen in Nederland kwamen aan in een land dat racisme ontkende, dat onwetend was en dat onwetend wilde blijven over witte suprematie, de wortels daarvan en defensief gekrenkt reageerde als men daarop gewezen werd. Ze kwamen aan in een land waar Jan van Riebeeck werd en wordt neergezet als een man die bijgedragen heeft aan de ontwikkeling van Zuid-Afrika en van tuinieren hield; waar de gewelddadige landroof, de slavernij, de genocide schaamteloos worden verdoezeld; waar nog straten vernoemd zijn naar witte Boeren generaals, racistische kolonisten. Dat was een gruwelijke confrontatie.

In meerdere plaatsen werd actie gevoerd om die met bloed besmeurde straatnamen te agenderen. In 1978 werd tijdens de herdenking van de Soweto opstand in 1976 samen met politiek vluchteling Nyakane Tsolo het Rotterdamse Afrikaanderplein symbolisch omgezet naar Azaniaplein met de oproep de namen van de witte onderdrukkers te vervangen door zwarte vrijheidsstrijders. In 1990 kwam er uiteindelijk een Steve Bikoplaats en een Lilian Ngoyiweg. Lilian Ngoyi was een vooraanstaande ANC leidster. In aanwezigheid van vertegenwoordigers van het ANC, PAC en BCM werden de straatnamen onthuld. Nyakane Tsolo, in 1960 leider van de antipassenwetdemonstratie in Sharpeville, sprak: ‘resteert een wijk (Afrikaanderwijk) in Rotterdam waar vele straten vernoemd zijn naar onze onderdrukkers. Ik blijf hopen dat dat ooit verandert.’ Bijna 30 jaar later zijn deze namen en van andere koloniale misdadigers nog niet veranderd maar de discussie is opnieuw aangezwengeld door een nieuwe generatie zwarte activisten en activisten van kleur. In Berlijn besloot men onlangs de koloniale straatnamen binnenkort te veranderen.

Kritiek zwarte Zuid-Afrikaanse vluchtelingen

Dr. Oshadi Mangena van de BCM, politiek vluchteling in Nederland, nam geen blad voor de mond. Ik citeer: ‘Nederlanders moeten begrijpen, dat de wortel van Apartheid in het kolonialisme zit; aan ons zwarten is ons land ontnomen. Solidariteitsgroepen moeten zich scholen in de achtergronden van Apartheid. Wij zijn in Nederland aan dezelfde omstandigheden onderworpen als in Zuid-Afrika. Solidariteitsgroepen beseffen niet dat Zuid-Afrika ook in Nederland is. Een zwarte vrouw werkt bijv. als verpleegkundige maar werd door de familie van de patiënt genegeerd, want men zocht een echte blanke zuster. In winkels worden zwarte vrouwen vaak gevolgd, omdat men ervan uitgaat dat zij zullen stelen. Discriminatie is zo wijd verbreid, dat het niet meer opvalt. Mensen tonen ons sympathie vanuit superioriteit en kolonialisme. Solidariteitsgroepen vragen bij welke partij je hoort. Maar in ZA word je als zwarte, georganiseerd of niet, betrokken in de strijd, of je wilt of niet. We zijn door solidariteitsgroepen beïnvloed bij het maken van politieke keuzes, dat wekt verdeeldheid in plaats van dat het ons verenigt. We hebben meegemaakt dat Zuid-Afrikanen in Nederland geen gelegenheid kregen andere Zuid-Afrikanen te ontmoeten. Ze zeiden: ‘wij hebben de tickets betaald.’ En tot slot: ‘beschouw ons niet als een hobby, het gaat voor ons over vragen van leven en dood.’ Hoe schril is het contrast met wat de witte Zuid-Afrikaanse Antjie Krog opmerkt in de gids van deze tentoonstelling Tell Freedom ‘dat witte Afrikaners tijdens Apartheid van Nederland leerden om niet te discrimineren’….

In die tijd was er een ware hausse aan internationale conferenties tegen Apartheid. Ook daar domineerden westerse witte (gesubsidieerde) Anti-Apartheidsgroepen het toneel. Zwarte solidariteitsgroepen kwamen amper aan bod. Zij beschikten over veel minder financiële middelen. De witte mensen trokken de schijnwerpers naar zich toe, wierpen zich op als deskundigen. Ze werden tot onaantastbare instituten, die op de conferenties zelfgenoegzaam elkaar feliciteerden en geen tegenspraak dulden. Vertegenwoordigers van het Azania Komitee hebben dat zowel internationaal als in eigen land meegemaakt. Men was er niet van gediend dat er aandacht werd gevraagd voor bijvoorbeeld de tot levenslang veroordeelde politieke gevangenen van het PAC, de harde repressie waar AZAPO leden mee te maken kregen, etc.

De gevestigde Anti-Apartheidsgroepen hadden grote invloed op de pers, de politieke partijen, hulporganisaties, culturele organisaties etc. Zij bepaalden wie er wel en niet gehoord en gesteund dienden te worden.

Vooringenomen solidariteit

Ook de kerken hadden moeite met het opgeven van hun witte posities. Zwarte kritiek viel ze ten deel: ‘We zijn die blanke Messiassen zat, die in het buitenland de martelaar uithangen door daar over het lijden van de zwarte deelnemers te praten.’ De kritiek was aan dovemans oren gericht. KAIROS, een kerkelijke Anti-Apartheidsgroep, koos voor het ANC omdat het ANC meer perspectief op de toekomst bood en het PAC te exclusief zwart was……

Waarom had geen enkele krant een zwarte correspondent in Azania? Omdat witte journalisten objectiever zouden zijn over wat er gebeurt? De Ghanese journalist Cameron Duodu concludeerde in 1986 dat nagenoeg de hele witte pers racistisch is. En waarom zijn ze er vandaag nog niet??? Nog steeds die witheid. ‘Witheid in zijn meest verdorven vorm: overeind gehouden als autoriteit, verkocht als neutraliteit’, zoals Simone Zeefuik het omschreef in haar bijdrage aan de gids van deze tentoonstelling Tell Freedom.
Een voorbeeld van hoe bitter eenzijdige solidariteit kon uitwerken. Hamilton Keke, PAC,
ex-Robbeneiland gevangene vertelt:

‘De krant The Guardian wilde geen enkele persverklaring van mij als vertegenwoordiger van het PAC afdrukken. Ze lieten me herhaaldelijk weten dat ze alleen informatie over Zuid-Afrika zouden afdrukken die ze van de Anti-Apartheidsbeweging en andere door witte geleide organisaties zouden door krijgen.’ Woedend verklaarde Keke dat geen enkele witte man/vrouw ‘in de getto’s van racistisch Zuid-Afrika had geleefd en dat geen wit mens weet heeft van de gevoelens en de aspiraties van de Afrikaanse bevolking.’

In 1987 organiseerde de Anti-Apartheidsbeweging de CASA-conferentie Cultuur in een ander Zuid-Afrika. In het uitnodigingsbeleid golden voor de Nederlandse politiek pluralistische normen. Alle partijen tot en met de VVD werden uitgenodigd. Voor het Zuid-Afrikaanse verzet gold dat niet. Alleen het ANC en aanverwante organisaties waren uitgenodigd. In een brief aan de organisatie betreurde het Azania Komitee deze gang van zaken. In haar antwoord wees de schrijfster Mies Bouhuys, voorzitter van het aanbevelingscomité, er met nadruk op dat het ANC zich openstelde ‘voor zwarte en blank.’ Alsof hechten aan zwart leiderschap anti-wit zou zijn. Witte mensen werden niet om hun huidskleur aangevallen maar omdat ze de onderdrukkers waren. Van de grootste zwarte mediabond, MWASA, in Zuid-Afrika werd gezegd dat ze overheerst werden door zwart nationalistische ideeën. Dat betekende volgens deze betweters: Zuid-Afrika voor de zwarten en de witten de zee in. De angst voor het zwarte gevaar en witte genocide. Een trom die vele witte mensen in het huidige Zuid-Afrika nog dagelijks roeren.

Minister Van Dijk, de schrijvers W.F. Hermans en Gerard Reve

In Nederland was het in 1982 mogelijk een minister voor Ontwikkelingssamenwerking (Van Dijk) te hebben die zich schuldig had gemaakt aan het publiceren van een serie pro-apartheidsartikelen. Ondanks de protesten bleef hij na een slap excuus gewoon zitten. Zwarte Zuid-Afrikaanse vluchtelingen eisten dat hij tenminste zijn ontwikkeling van racist naar antiracist zou beschrijven en begonnen een handtekeningenactie. U raadt het vast: het werd geen succes.

De schrijvers WF Hermans en Gerard Reve bezochten Zuid-Afrika ondanks een wereldwijde culturele boycot. Hermans verklaarde op de Zuid-Afrikaanse televisie dat als zwarte mensen in Zuid-Afrika regeringsverantwoordelijkheid zouden krijgen dat dit het einde van het land zou betekenen. Hij vond ook dat Molukkers apart gezet moesten worden en was tegen ‘rassenvermenging’. Reve verklaarde pro-Apartheid te zijn en vond dat Apartheid niet op racisme was gebaseerd maar op christelijk ethiek.
In 1984 zou Hermans optreden in de Nacht van de Poëzie in Utrecht. Samen met de Federatie van Surinaamse Welzijnsorganisaties en de Surinaams Nederlandse dichter Julian With voerde het Azania Komitee actie tegen dit optreden. Met succes. Hermans zegde zijn optreden af. Opzienbarend (en ook weer niet) was dat Hermans gesteund werd door als progressief bekende staande journalisten en schrijvers (o.a. Piet Grijs, Joop van Tijn, Henk Hofland). Zij verdedigden hem onder het mom van vrijheid van meningsuiting en ze vonden Hermans geen racist……

De dichter Julian With schreef: ‘er was een tijd dat ik dacht dat het niet waarschijnlijk was dat witte mensen die lid waren van de VARA en de VPRO racisten konden zijn. En evenzo de mensen die op de PvdA en andere kleine linkse partijen stemden. Al deze strohalmpjes die noodzakelijk zijn, wil men de hele bevolking niet voor potentiele racisten verslijten zijn mij de laatste jaren beroofd. Wie verschaft mij nieuwe?’.

Eenzijdige solidariteit

Hier ziet u een staaltje van paternalisme van het Komitee Zuidelijk Afrika dat Zuid-Afrikaanse vluchtelingen de les leest omdat ze bij de kerken aandacht vragen voor hun organisaties.(zie “foto “Brief Komitee Zuidelijk-Afrika in foto gallerij)

In 1986 startte Cineclub en het Azania Komitee een internationale actie voor de redding van de Sharpeville Zes die ter dood veroordeeld waren. Eén van hen was de eerste ter dood veroordeelde vrouw, Theresa Ramashamola. De andere comités wilden niet meedoen want de Zes behoorden niet tot het ANC. De campagne voerden we in nauw overleg met de familie van de Zes. De Zes werden gered van de galg door internationale acties en actie in Zuid-Afrika zelf. En ook de SAWO, Surinaamse Arbeiders en Werkers Organisatie, opvolger van LOSON (Landelijke Organisatie van Surinamers in Nederland) nam deel aan de actie.

Internationale dag tegen rassendiscriminatie, Sharpeville, racisme in eigen land

Het Azania Komitee nam in 1975 het initiatief voor de eerste in een reeks van Sharpeville Herdenkingen in solidariteit met de bevrijdingsstrijd in Azania/Zuid-Afrika en de strijd tegen racisme in Nederland. David Maphumzana Sibeko, PAC vertegenwoordiger bij de VN, sprak op verschillende plaatsen over het verzet in Azania/Zuid-Afrika. Ronald de Waal sprak in Rotterdam namens LOSON over rassendiscriminatie in Nederland en de noodzaak van internationale solidariteit. Hij klaagde het voorgenomen racistische spreidingsbeleid in Rotterdam aan, als het ware een voorloper van de huidige Rotterdamwet. In datzelfde jaar startte LOSON een landelijke anti-racisme campagne met anti-racisme comités in Utrecht, Den Haag, Tilburg, Amsterdam en Rotterdam. Het Azania Komitee sloot zich daarbij aan.

De campagne was ook gericht tegen het beleid van minister van Justitie, Van Agt, die fascistische organisaties als Nieuw Rechts en de NVU de hand boven het hoofd hield. De verkiezingspropaganda van deze partijen werd gevoerd met racistische leuzen in een voortdurende hetze ‘tegen Surinamers, Antillianen en andere buitenanders.’ Klinkt vertrouwd vandaag de dag…

De voorman van Nieuw Rechts, Max Lewin, ronselde huurlingen in Nederland voor het witte minderheidsregiem van Ian Smith in Rhodesië (Zimbabwe). LOSON en de deelnemers in de anti-racisme comités eisten een verbod van Nieuw Rechts en de NVU op grond van naleving van de Internationale Conventie ter Eliminatie van Rassendiscriminatie. Niks geen vrijheid van meningsuiting voor fascisten en racisten.

De jaarlijkse Sharpeville Herdenkingen en na 1976 ook Soweto Herdenkingen gaven een platform voor vertegenwoordigers van de bevrijdingsbewegingen en de anti-racismestrijd in Nederland. In 1985 trad Astrid Roemer, recent winnares PC Hooft-prijs, op. Denise Jannah, inmiddels een internationaal gevierde jazzzangeres en Ida Does, later bekroond documentairemaakster, traden op met het LOSON koor.

De Vereniging Ons Suriname ontving in 1991 twee ex-Robbeneiland gevangenen: Strini Moodley, één van de leiders van de BCM en Khotso Seatlholo, één van de leiders van de Soweto opstand in 1976. Ze spraken tijdens verschillende Soweto Herdenkingen in Nederland.

In 1992 stonden vertegenwoordigers van het ANC, PAC en AZAPO (Azanian People’s Organisation) op één podium. Een unieke situatie.

Eurocentrisch verhaal

Al generaties lang verschaft het Nederlandse onderwijs geen accurate kennis over racisme, raciale onderdrukking en de slavernijhandel door Nederland, het verzet en de huidige gevolgen daarvan. Wij leven met een eurocentrisch verhaal dat Afrika neerzet als een arm, primitief en gewelddadig continent en ontkent dat Nederland een historische verantwoordelijkheid heeft voor de onderontwikkeling van Afrika. Nederlandse hulp is dus nodig om Afrika te helpen omdat ze daar zelf niet toe in staat zijn. Dat hangt samen met het ontkennen van racisme vandaag. Zoals professor Gloria Wekker ons voorhoudt dat honderden jaren kolonialisme en slavernij sporen nalaten in ons heden. Jessica de Abreu zegt in haar bijdrage aan de gids van deze tentoonstelling Tell Freedom: ‘Ten gevolge van de overheersing van eurocentrische ideeën hebben we bijvoorbeeld niet willen weten hoe Apartheid in Zuid-Afrika en racisme in Nederland historisch zijn verbonden.

De recente tentoonstelling Goede Hoop in het Rijksmuseum over de relatie tussen Zuid-Afrika en Nederland was daar een goed voorbeeld van. Zuid-Afrikaanse en kritische Nederlandse bezoekers schreven in een open brief dat er in de tentoonstelling geen erkenning was voor het feit dat ‘kolonisatie zowel een historische misdaad is, als ook een gewelddadig proces waarvan de consequenties nog altijd doorwerken in het heden’ en dat het ontbrak ‘aan een heldere uiteenzetting van de rol die Nederland speelde in de systematische onderwerping en uitbuiting van de mensen in Zuid-Afrika.’

Als het aan ons huidige onderwijs ligt zullen Nederlanders nooit de harde waarheid horen en zien. Wetenschapper Melissa Weiner deed onderzoek naar ons geschiedenisonderwijs. Zij beschrijft hoe op de lagere school het begint met teksten die vanuit eurocentrisme zijn beschreven en de nadruk leggen op westerse superioriteit. Het koloniale denken, de cultuur en geschiedenis worden zo in stand gehouden. In dat verhaal wordt de stem van de onderdrukten gebagatelliseerd, niet eens genoemd. Schoolboeken laten vooral onze (witte) unieke politieke economische en culturele rol zien in de wereld. Een gidsland. In de schoolboeken wordt de nadruk gelegd op het ontbreken van technologie, de ongeletterdheid en de slechte gezondheidszorg in Afrika. Kortom ‘primitief’. Dus een dringende noodzaak voor ingrijpen door het Westen en ‘goed te doen.’ De schoolboeken benoemen niet de gewelddadige verovering en slavernij in ons verleden en de neokoloniale uitbuiting vandaag de dag. Men bracht en brengt immers beschaving. En de pre-koloniale geschiedenis bestaat niet. In de lesboeken wordt de slavernij in de Gouden Eeuw ontkoppeld van de huidige ongelijkheid in de wereld.

Adriaan van Dis in proloog Good Hope tentoonstelling Rijksmuseum 2017

Het eurocentrische verhaal neemt geen verantwoordelijkheid voor de huidige gevolgen van eeuwenlange raciale onderdrukking en uitbuiting. De teksten normaliseren de Europese beschaving. Geen woord over Panafrikanisme en nationale bevrijdingsbewegingen tegen kolonialisme. De strijd voor onafhankelijkheid wordt niet als antikoloniaal verzet gezien maar eerder als gewelddadige uitbarstingen van geweld van ‘wilde en fanatieke stammen’ met de witte mensen als slachtoffer. Zo wordt Afrikanen hun menselijkheid ontnomen. Melissa Weiner vond in 40% van de boeken illustraties die halfnaakte en arme Afrikanen, hongerende stervende kinderen, laten zien. Het is ‘poverty porn’. Materiaal waar hulporganisaties zoals NOVIB/Oxfam ook hun inkomsten mee genereren en waarmee de pers probeert te scoren. Het spoort de witte vrijwilligers aan om ‘goede werken’ ver weg te gaan doen. En tegelijkertijd blind te zijn voor de dakloze asielzoekers, de mensen zonder papieren om de hoek en de oorzaken daarvan niet in verband te brengen met de prijs die zij betalen voor jouw bevoorrechte leven. Het brengt een witte Albert Heynprojectleidster op Curaçao ertoe de ‘I have a dream’ speech van dr. Martin Luther King ten overstaan van de zwarte medewerkers te misbruiken voor haar droom: een Albert Heyn filiaal opzetten. Het brengt witte solidariteitsorganisaties er toe radicale bevrijdingsbewegingen weg te zetten als barbaren. En verontwaardigd te doen over de slogan ‘one settler, one bullet’ en vergeten dat wij het in de oorlog hadden over dat de enige goeie Duitser, een dooie Duitser was…

Zuid-Afrika/Azania vandaag

De apartheid is afgeschaft; de bevrijdingsstrijd niet voltooid. De witte minderheid heeft nog geen prijs hoeven te betalen voor hun gewelddadige eeuwenlange bezetting, uitbuiting en racisme. Kapitaal, middelen en het geroofde land zijn nog merendeels in hun hand. De zo geprezen vreedzame overdracht had wel een prijs voor de zwarte meerderheid. Geen woord meer over reparaties, landhervormingen, nationalisaties etc., wel verdere privatisering en voldoen aan de wil van het IMF. Wat wil je ook van een generatie die als puber kaartjes moest sturen naar oorlogsmisdadigers zoals Hess en met dit soort gif hun eigen kinderen grootbracht.

Nyakane Tsolo na de verkiezingen in 1994: ‘Ik had de dompass en nu heb ik een Zuidafrikaans paspoort. We hebben een vlag en we kunnen ons volkslied zingen. En we zijn vrij om in het buitenland te bedelen voor geld om ons gestolen land terug te kopen.’

De infrastructuur die het kolonialisme bestendigde in Zuid-Afrika is onaangetast. Hoe zit het met de witte (progressieve) mensen in Zuid-Afrika (en Nederland)? In hoeverre zijn zij bereid herstelbetalingen te doen, het leed te compenseren, het gestolen land terug te geven?

In 2011 stelde aartsbisschop Tutu voor ‘wealth tax’ te heffen van witte mensen omdat alle witte mensen van Apartheid en kolonialisme hadden geprofiteerd. Ook de Waarheids-/Verzoeningscommissie suggereerden zo’n soort belasting. De meeste witte mensen reageerden furieus. Apartheidspresident De Klerk (en Nobelprijswinnaar) ontkende dat ‘de bevoorrechte positie van witte mensen niet enkel en alleen te danken is aan de uitbuiting van Afrikanen.’

In 2000 lanceerden een wit ANC parlementslid, Carl Niehaus en een witte vrouw, Mary Burton, van de Anti-Apartheidsorganisatie Black Sash een verklaring waarin witte mensen erkenden dat zwarte mensen van hun land waren verdreven. Ook van deze campagne kwam niets terecht. Witte progressieven weigerden te tekenen zoals de schrijver/dichter Breyten Breytenbach en voormalig parlementslid en wit anti-Apartheidsicoon Helen Suzman.

Stephen Bantu Biko – Poster van het Azania Komitee

Suzman verklaarde: ‘Ik hoef me nergens voor te verontschuldigen. Ik heb het door mij bestreden Apartheidssysteem niet ingevoerd.’ Let wel: haar gevecht tegen Apartheid voerde ze terwijl ze zitting had in een ‘whites only’ parlement en het daarmee ook legitimeerde. Ze verzette zich tegen zowel de gewapende strijd als tegen een strijd met vreedzame middelen. Na de verkiezingen was Suzman tegen maatregelen die zwarte economische empowerment moesten bevorderen.

Een nieuwe generatie zwarte mensen strijdt verder voor de teruggave van het gestolen land, de ontmanteling van de witte suprematie en voor sociale rechtvaardigheid

Steve Biko waarschuwde dat de grootste fout die de zwarte wereld ooit heeft gemaakt is om te geloven dat iedere tegenstander van de Apartheid een bondgenoot is. Biko stelde dat de betrokkenheid van de witte progressieven juist verantwoordelijk was voor de rem op vooruitgang in de strijd. Dr. Martin Luther King vroeg zich af in zijn beroemde brief vanuit de gevangenis in Birmingham of witte progressieve mensen meer voor orde en gezag waren dan voor rechtvaardigheid.

Are you ready for revolution?

Ik/wij leerden als bevoorrechte witte mensen van de mensen in ballingschap en leden van de bevrijdingsorganisaties. Tot op de dag van vandaag pluk ik de vruchten van hun inzichten en de inzichten van de huidige generatie om de impact te begrijpen van het hebben van een zwarte huidskleur in deze witte wereld. Het belang te zien van wie namens wie wat zegt, hoe je (on)machtspositie je kijk op de wereld bepaalt. Overwinningen en vooruitgang zijn alleen geboekt door politieke actie van zwarte mensen en mensen van kleur én geleid door henzelf. Zij zijn de voorhoede. In Nederland hebben zij racisme en dekolonisatie en alle aspecten daarvan op de agenda gezet. En zij bepalen ‘to kick in the way they see fit’, zoals Biko het formuleerde.

Dat is een gevaarlijke positie in een klimaat waar heersende opiniemakers en gezagdragers racisme tolereren, een gevaarlijk klimaat scheppen waarin ernstige bedreigingen van zwarte mensen worden gebagatelliseerd en activisten worden gecriminaliseerd. Een klimaat waar anti-racisme/dekolonisatie verwordt tot een betoog van witte trots……. waar witte bondgenoten proberen fundamentele veranderingen te voorkomen door moedwillige witte onwetendheid (Mills) en moedwillige witte onschuld (Wekker). Onder het mom van bijvoorbeeld genuanceerdheid te laf zijn om zich gewoon onvoorwaardelijk achter de zwarte activisten te stellen, ze te verdedigen, de witheid af te breken etc. Ik heb ze niet gezien bij de talkshows waar zwarte mensen alleen stonden en de haat die velen van hen in de media ten deel viel.

In de jaren tachtig werd ik bij de Verenigde Naties door PAC kameraden in New York onverwachts voorgesteld aan Stokely Carmichael/Kwame Ture. Hij gaf me een hand en stelde zijn beroemde vraag: are you ready for revolution? Ik weet niet meer wat ik geantwoord heb, ik was overdonderd door de ontmoeting en door die vraag. De vraag heeft me nooit meer losgelaten. Zijn witte mensen bereid tot revolutie, durven ze hun positie op te geven?

© Marjan Boelsma, 15 april 2018


Azania(DISAMBIGUATION) Nolan Oswal Dennis / Final hour from Azanian Love Song Don Mattera

Tot slot suggesties voor informatie die u niet mag missen:

Stichting Antiracistische Beeldvorming Europa (ERIF) stelt zich ten doel ‘negatieve representaties en stereotyperingen van mensen met een donkere huidskleur in kaart te brengen, kritisch te analyseren, te bespreken en te bestrijden.’ De website van ERIF is een geweldige bron van informatie in woord en beeld over dit onderwerp. https://erifonline.org/

Lees kritische artikelen van zwarte denkers die je een spiegel voorhouden en inspireren zoals van Egbert Martina https://processedlives.wordpress.com/ en Simone Zeefuik https://lazeefuik.com/author/szeefuik/

Black Archives een uniek historisch archief met informatie vanuit zwarte en andere perspectieven die elders vaak onderbelicht zijn http://www.theblackarchives.nl/

Lees de zeer actuele OneWorld de ‘grootste Nederlandse journalistieke website over de wereld en jou onder leiding van hoofdredacteur Seada Nourhussen https://www.oneworld.nl/oneworld-magazine/

Dipsaus: podcast door en voor vrouwen van kleur en iedereen die geïnteresseerd is in een ander geluid. Gepresenteerd en opgericht door Anousha Nzume, Ebissé Rouw en Mariam El Maslouhi. http://www.dipsaus.org/

Bronnen:

Archief Azania Komitee IISG (International Instituut voor Sociale Geschiedenis), Amsterdam, 1974 -1996
Christine Qunta, “Why we are not a nation’, (Cape Town, Seriti sa Sechaba Publishers, 2016)
Cineclub Vrijheidsfilms, Amsterdam http://www.cineclubvrijheidsfilms.nl/overons.htm

Apartheidmuseum Johannesburg, Zuid-Afrika https://www.apartheidmuseum.org/

Manon Braat en Nkule Mabasa, Tell Freedom, (Amersfoort, Kunsthal KAdE, 2018) https://www.tellfreedom.co.za/exhibition

Don Mattera, Azanian Love Song (Grant Park, African Perspectives Publishing, 2007)

Martine Gosselink, Maria Holtrop, Robert Ross, Good Hope, South Africa and the Netherlands from 1600 (Amsterdam, Rijksmuseum/Uitgeverij van Tilt, 2017)

Melissa Weiner, Collonized Curriculum: Racializing Discources of Africa and Africans in Dutch Primary School History Textbooks (American Sociological Association, 2016)

Gloria Wekker, White Innocence: paradoxes of colonialism and race, (2016, Duke University Press)

Charles W. Mills, Global White ignorance, https://tandfhss.s3-us-west-2.amazonaws.com/files-default/4986/9780415718967_text-chapter_23.pdf

Piet Kort, Een land apart, Zuidafrikaanse notities, (1968, Utrecht/Antwerpen, A.W. Bruna & Zoon)

Berlin to change street names over brutal African colonial past, https://www.dailysabah.com/europe/2018/04/14/berlin-to-change-street-names-over-brutal-african-colonial-past

Athi-Patra Ruga, Miss Azania – Exile is waiting, 2015. 190 x 150cm. Courtesy of the artist and WHATIFTHEWORLD/Gallery, Cape Town/Johannesburg. http://artafricamagazine.org/winners-11th-edition-les-recontres-de-bamako-african-biennale-photography-announced/athi-patra-ruga-miss-azania-exile-is-waiting-2015-1-190cmx150cm/