Vrijheidsstrijder David Kitson (1919-2010)

Over ANC, SACP en verraad

Interview 1993

David Kitson

David Kitson in 1993

David Kitson stond aan de wieg van de gewapende vleugel van het ANC (Afrikaans Nationaal Congres): Umkhonto we Sizwe (Speer van de natie). Hij zat 20 jaar gevangen.

In 1993 sprak Azania Vrij met hem over zijn twijfels over de toekomst van Zuid-Afrika. Hieronder opnieuw de publicatie van dat gesprek waarin hij kritisch is over de rol van het ANC en SACP (South African Communist Party). Ook vertelt hij over zijn botsingen met de ANC vertegenwoordiging in London. De toenmalige ANC vertegenwoordigers Francis Meli en Solly Smith bleken achteraf spionnen van het Zuid-Afrikaanse regiem.

Daarna volgt een ingekorte versie van een bijbehorend achtergrondartikel over David Kitson en zijn vrouw Norma. Daarin het verhaal over hun samenwerking met de City of London Anti-Apartheid Group, de tegenwerking die ze van de landelijke Britse Anti-Apartheid Beweging (AAM) ondervonden en hun schorsing door het ANC.

David Kitson overleed in Johannesburg 2010.

Azania Vrij, oktober 1993, jaargang 19. Nr. 3:

DAVID KITSON

GRONDLEGGER ANC LEGER WEINIG HOOPVOL

David Kitson is 74 jaar oud, gehuwd met Norma Cranko1 , vader van Steven2 en Amandla, lid van het ANC, kommunist en al vele tientallen jaren aktief betrokken bij de strijd voor de bevrijding van Zuid-Afrika. Hij bracht 20 jaar door in de kerkers van Apartheid voor zijn bijdrage als lid van het Oppercommando van Umkhonto we Sizwe (Speer van de natie). Hij woont nu in Harare (Zimbabwe) van waaruit hij de ontwikkelingen op de voet volgt, kaderworkshops organiseert voor de socialistische idealen die hem nooit hebben verlaten. In september was hij in Amsterdam, op bezoek bij zijn zoon Steven. Azania Vrij sprak met hem.

Verwachtingen

De verwachtingen van de mensen zijn nog hoog gespannen, maar de politieke krachtsverhoudingen zijn slecht. Geweld houdt het verzet verdeeld, is er wel sprake van vooruitgang?

David: ‘Sinds vroeger is er wel wat veranderd. Dat de bevrijdingsorganisaties legaal in het land kunnen opereren is een verandering. Dat het regiem praat met weliswaar niet alle, maar toch 25 organisaties is een verandering. Dat zwarten straks hun stem mogen uitbrengen en in vertegenwoordigende lichamen mogen zitten is een verandering… Maar de grootste groep in Zuid-Afrika, de arbeidersklasse, heeft geen leidinggevende rol in de organen die verdere veranderingen moeten doorvoeren. De onderhandelingen zijn er dan ook op gericht het kapitalistische systeem overeind te houden. De Klerk zal fundamentele veranderingen zoveel mogelijk tegenhouden.’

Liberalisering van links

Maar behalve die weerstand zijn er volgens David ook nog andere problemen te overwinnen:

De sociaal-demokratisering van de communistische organisaties, de liberalisering van links, de ondergang van de Sovjet Unie, het ontbreken van beslissende Umkhonto successen en de bereidheid van het ANC tot compromissen hangen met elkaar samen. De roep van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid om een akkoord in Zuid-Afrika heeft het ANC daarna belangrijk gemaakt. Inmiddels speelt het een grote rol bij de onderhandelingen. Een speciaal soort leiders treedt daarbij naar voren. Ook binnen de SACP zijn er mensen, zoals Joe Slovo, die bereid zijn alles aan de onderhandelingen op te offeren. De ANC en SACP-leiding beloven in ruil voor regeringsverantwoordelijkheid Zuid-Afrika uit de economische crisis te helpen.’

Krisis in SACP

Maar is dat niet vreemd voor een communistische partij?

Inderdaad, maar zo diep is de krisis in de SACP. Vooraanstaande leiders daarvan hebben zich verwijderd van de communistische idealen. Ze zijn geen communisten meer. Uit opportunisme zijn ze bereid de internationale sankties op te heffen. Zij vormen een belemmering voor de klassenstrijd. Zij zijn voorstanders van een vredesakkoord dat feitelijke oplossingen tegenwerkt en waardoor het onderlinge geweld juist toeneemt. Gelukkig zijn ze niet allemaal zo. In Pietermaritzburg bijvoorbeeld is SACP-leider Harry Gwala, sinds zijn vrijlating in 1988, aktief bezig geweest met de opbouw van een strijdvaardige afdeling. Deze is nu ijzersterk gewapend en kontroleert het hele gebied. Dát is de reden waarom de mensen elkaar daar met rust laten. Ook Peter Mokoba, leider van de ANC-jeugdliga, roept op tot oorlog, zeer tegen de zin van de ANC-leiding, die hem daarvoor kritiseert.’

Zuid-Afrikaanse spionnen in ANC

‘Een ander voorbeeld is Winnie Mandela. Haar aanhang is de laatste tijd sterk gegroeid ook al heeft de ANC-leiding met steun van de pers systematisch geprobeerd om haar imago af te breken. Ook zij heeft haar fouten gemaakt, maar zij is een strijdbare vrouw die zelfstandig oordeelt en handelt….Toen de ANC- leiding in ballingschap in de jaren 80 mijn vrouw en mij wilde laten vallen omdat ik weigerde de akties van de City of London Anti-Apartheid Group te kritiseren, was zij onze steunpilaar. Zij zag dat die akties goed waren. Achteraf kreeg zij gelijk, want het standpunt van de ANC-leiding werd toen bepaald door agenten van het Apartheidsregiem.’

David Kitson toont ons publikaties uit Work In Progress juli 1993 en The Weekly Mail van 28 mei 1993 die zijn bewering staven. Het ANC kondigt een onderzoek aan naar de dood  van Samuel Setotane Khunyeli, alias Solly Smith, die bij zijn terugkeer naar Zuid-Afrika in 1991 had bekend als spion voor het regiem te hebben gewerkt.

David: ‘Die spionage aktiviteiten beslaan een periode van enkele jaren tot 1991 toen Smith de ANC-hoofdvertegenwoordiger was in Londen. Na zijn bekentenis is hij nog een jaar lang voorzitter geweest van de ANC-afdeling van de Noordelijke Oranje Vrijstaat.’  

Kort nadat hij aan het ANC-hoofdkwartier had gemeld te zijn bedreigd, werd Smith in april 1993 dood gevonden in zijn eigen huis. Het Duitse tijdschrift Top Secret speculeert dat Smith op het punt stond onthullingen te doen over de militaire inlichtingendienst. David: ‘De Boeren dulden niet dat ze worden verraden door hun agenten. Hetzelfde gebeurde met Francis Meli, hoofdbestuurslid van het ANC en de SACP en uitgever van Sechaba3 . Kort na zijn terugkeer uit Londen werd ook hij in oktober 1990 dood in zijn hotelkamer aangetroffen.’

Meli en Smith drukten een zwaar stempel op het beleid van het ANC in Londen. Meli was voorzitter van het Regionale Politieke Comité (RPC) van het ANC toen David en Norma als lid geschorst werden omdat David had geweigerd zich te laten gebruiken om de succesvolle anti-apartheidsacties van de City Group te stoppen. David:

‘Eerst was de voormalige RPC-voorzitter Yengwa al bij me langs geweest. We spraken over de dingen die we zoal deden. Norma en de kinderen vertelden hem over de inspanningen van de City Group en toonden hem de foto’s, dia’s, pamfletten en stukken over de activiteiten. Je kon zien dat hij persoonlijk erg onder de indruk was. Maar het was de RPC-voorzitter in hem die tot ons sprak. Hij zei dat hem bekend was hoe miserabel onze situatie was, maar dat nog steeds alles weer goed kon komen als ik terugkwam op mijn weigering. Ik zou als een ANC leider overal open deuren aantreffen, ik kon zelfs mijn baan weer terug krijgen, Amandla kon een beurs krijgen om in de DDR4  te gaan studeren. Norma zou erkenning krijgen voor het werk dat zij deed…als ik alsnog op hun eisen inging. Deed ik dat niet en wilde ik buiten de ANC leiding om, dan zou ik mijn baan kwijtraken en de ellende alleen maar erger worden.’

Yengwe faalde, maar had gedaan wat de leiding hem had opgedragen. Hij had het er achteraf zo moeilijk mee dat hij aftrad als RPC-voorzitter. Inmiddels is hij dood. Meli is hem in zijn funktie opgevolgd. Samen met Smith heeft Meli de vakbond TASS5  zover gekregen dat ze de beurs voor David introk zodat diens baan als lector bij het Ruskin College zou aflopen.

De loop van een geweer

Wat moet er eigenlijk gebeuren om de revolutie in Zuid-Afrika op het goed spoor te krijgen?

‘Als ex-leider van Umkhonto verwacht ik dat werkelijke vrijheid in Zuid-Afrika alleen maar kan komen uit de loop van een geweer. De huidige onderhandelingen zijn slechts voordelig voor enkele mensen; de grote meerderheid van de mensen schiet er helemaal niets mee op. Veel jongeren raken hun geduld kwijt en willen alleen nog maar gewapende strijd.’

Is het leger van Zuid-Afrika met zijn 500.000 tot de tanden  gewapende onderdrukkers niet oppermachtig?

‘Het Zuid-Afrikaanse leger moet behalve met wapens ook politiek bestreden worden. Een belangrijk initiatief in dat opzicht is de End Conscription Campaign, waarin de blanken6 worden opgeroepen tot dienstweigering…Maar ook moet de arbeidersklasse gemobiliseerd worden. Chris Hani was zich daar goed van bewust. Toen hij werd vermoord was hij bezig voorbereidingen te treffen voor de vorming van een linkse alliantie die na de komende verkiezingen de arbeidersklasse zou moeten mobiliseren voor het socialisme. Er zijn er die vinden dat daar nu al aan gewerkt moet worden. Jeremy Cronin bijvoorbeeld heeft zich uitgesproken tegen het Reconstruction Accord omdat COSATU (Congress of South Africa Trade Unions) zich daarmee te zeer zou laten binden aan het reformistisch ANC-beleid na de machtsovername.’

David Kitson, City of London Anti-Apartheid Group, Britse Anti-Apartheid Movement

In oppercommando Umkhonto

Onmiddellijk na de arrestatie van de topleiders van de Congres Alliantie7 op 11 juli 1963 in Rivonia, waar hij wegens griep ontbrak, werd David Kitson op voordracht van de SACP in het oppercommando van Umkhonto8 gekozen, naast Isu Chiba, Wilton Mkwayi en John Matthews. Hij kreeg de instructie om de ondergrondse opbouw van Umkhonto ter hand te nemen. Zijn ervaringen als genieofficier van het Britse leger tijdens  de Tweede Wereldoorlog in Italië kon hij daarbij goed gebruiken.

Op 22 juni 1964 worden ze gearresteerd. David belandt voor 20 jaar in de kerkers van Apartheid. Ook zijn vrouw Norma brengt een maand door in de cel waar tevergeefs op haar wordt ingebeuld om informatie los te krijgen. Ze moet met haar eenjarige dochter Amandla en haar zevenjarige zoon Steven (1957-1997) de wijk nemen. Haar ballingsoord is Londen.

Oprichting City Group 

In 1982 wordt ook Steven tijdens een bezoek aan zijn vader in de gevangenis gearresteerd op verdenking van subversieve aktiviteiten. In Londen wil zijn moeder Norma direkt een campagne voor zijn vrijlating beginnen. Mike Terry, baas van de Anti-Apartheidsbeweging, wilde aan ‘zoiets individueels’ niet meewerken, TASS, de vakbond waarvoor David actief was geweest gedurende zijn verblijf in Engeland in de jaren 50, zou het verzoek over 3 weken agenderen op de bestuursvergadering. Francis Meli, hoofdbestuurslid van het ANC en SACP en uitgever van Sechaba, voerde aan dat het verkeerd zou zijn een picket te starten voor een witte persoon, terwijl er zoveel zwarte leiders werden vastgehouden. Toch kon Norma rekenen op steun van enkele vrienden uit die organisaties en richtte de City Group9 op. Hun kampagne werd een groot sukses. Binnen zes dagen was Steven weer vrij. Maar het offer was groot. Norma’s zus Joan Alison Weinberg betaalde voor haar bijdrage daaraan in Zuid-Afrika met haar leven. Bijna 20 jaar lang had zij het kontakt van vele politieke gevangenen met de buitenwereld verzorgd. Op de dag dat Steven in Londen arriveert werd zij in haar flat mishandeld en bloedig vermoord. Haar lichaam werd in de badkuip achtergelaten. De politie heeft de moord nooit op willen helderen.

Geschokt door dit drama, maar ook verhard in de overtuiging dat de strijd tegen apartheid en racisme moest doorgaan, werden aktie en non-sektarisme een gedragscode voor de groep, die in januari 1982 besloot zich te organiseren tot de City of London Anti-Apartheid Group (City Group). Door haar aktiviteiten en stijl van protesteren verwerft de groep in korte tijd enorme aanhang.

Confrontatie met AAM

In 1984 weigert de politie de City Group de vergunning voor een aktie. De City Group besloot de aktie voort te zetten, ook nadat de AAM zich ertegen had uitgesproken. Daarop gaf de AAM in overleg met de politie aan geen steun te zullen geven aan aktiviteiten die niet waren toegestaan. De City Group was volgens de AAM illegaal bezig. De politie begreep uit die mededeling dat ze tegen de City Group vrij spel kreeg. De City Group won er alleen maar door aan publiciteit en populariteit.

De leiding van de AAM en daarachter het SACP-bestuur in Londen hebben in de voor hen niet kontroleerbare City Group van meet af een bedreiging gezien voor hun eerzame bestaan. De konfliktueuze situatie escaleert zodanig dat in februari 1985 de City Group dan ook op volstrekt ondemokratische wijze uit de AAM wordt gezet met als formele reden dat de groep zich met haar activiteiten niet tot de City had beperkt overeenkomstig de wens van de AAM leiding. Men moet weten dat in de City naast de Zuid-Afrikaanse ambassade alleen maar banken en kantoren staan. Gewone mensen wonen er niet.

Schorsing door ANC

Enkele maanden eerder, in juni 1984, kwam David Kitson na 20 jaar cel vrij. Zijn vrijlating was enige maanden vervroegd vooral dankzij de 86 dagen non-stop akties van de City Group voor de Zuid-Afrikaanse ambassade in Londen. Aangekomen in Londen krijgt hij zijn portie problemen als hij probeert de meningsverschillen te overbruggen en daarbij de leiding van het ANC-Londen  en de AAM tegenover zich ziet. Op 21 november dat jaar wordt hij met zijn vrouw Norma door het ANC geschorst met als formele reden dat ze erin hadden toegestemd op de kandidatenlijst te staan voor het nationale bestuur van de AAM. Bizar omdat alle ANC-leden juist werden aangespoord binnen de AAM aktief te zijn. Pas jaren later is deze schorsing op het hoogste niveau in de organisatie ongedaan gemaakt. De Kitsons woonden toen al in Zimbabwe.

Non-stop picket

De City Group weet met haar keuze in 1986 voor een non-stop picket ter bevrijding van Mandela en alle andere politieke gevangenen vervolgens een grote aanhang te winnen. Haar optreden dwingt respect af. Meer dan 1500 aktivisten sloten zich bij de City Group aan, waaronder velen uit de onderste lagen van de maatschappij, talloze vakbondsgroepen en zelfs enkele parlementsleden.

Onafgebroken stonden ze bijna 4 jaar lang in weer en wind, dag en nacht voor de ingang van de Zuid-Afrikaanse ambassade op Trafalgar Square in Londen. Gewapend met spandoeken, pamfletten, handtekeningenlijsten, megafoons en sandwichborden trotseerden ze de beledigingen van visumaanvragers, de repressieve acties van de Engelse politie en de dreigementen van racisten. Ze schreven geschiedenis.

_______________________________________________________

© Marjan Boelsma, 17 januari, 2020 

©Picture: Azania Komitee

Reproduction of articles or parts of articles is authorized, provided the source is acknowledged and that passages and quotations are not placed in a different context 

Noten

[1] Norma Kitson (1933-2002) schreef het autobiografische Where sixpence lives, 1986, Chatto & Windus. In het Nederlands uitgegeven als Natuurlijk was ik bang, een blanke vrouw vecht tegen Apartheid, 1987, Sijthoff, Amsterdam

[2] Steve Kitson (1957-1997)

[3] Officiëel orgaan van het ANC gedrukt in Oost-Duitsland

[4] Voormalig Oost-Duitsland

[5] TASS (Technical, Administrative and Supervisory Section)

[6] Het woord ‘blanken’ in plaats van ‘wit’ werd toen nog gebruikt.

[7] Congres Alliantie bestond uit: ANC, South African Indian Congress (SAIC), South African Congress of Trade Unions (SACTU), Coloured People’s Congress (CPC) en South African Congress of Democrats (COD)

[8] De gewapende vleugel van ANC was in december 1961 opgericht. In hetzelfde jaar werd ook de gewapende vleugel van het PAC, POQO (later APLA, Azanian People’s Liberation Army), opgericht. Na het bloedbad van Sharpeville en de opstand daarna waren het ANC en PAC verboden verklaard en gingen ondergronds https://tegenhetvergeten.nl/2018/05/03/sharpeville/    

[9] Zie ook de website Non-Stop Against Apartheid https://nonstopagainstapartheid.wordpress.com/